Al die menselijke mensen

Halverwege februari had ik een dipje en was ik ervan overtuigd dat de wereld om zeep was.  Die somberte overvalt me wel eens vaker en de actualiteit helpt daar nu eenmaal niet bij. Meer mensen gaan mee in een steeds meer uit de bocht vliegende – trigger warning: jeukwoord – polarisatie. Gelaten toekijken lijkt de meest extreme vorm van verzet geworden. Waar zijn de menselijke mensen gebleven?

Het doet me terugdenken aan een periode die een kentering voor me betekende. 2006: het jaar waarin ik 19 werd en klaar stond om het bos in te ruilen voor de stad. Het was ook een maatschappelijk instabiele periode met verschillende incidenten die het label ‘zinloos geweld’ kregen. Die waren op hun beurt dan weer de aanleiding voor een aantal mensen uit culturele hoek om concerten tegen zinloos geweld te organiseren.

Gans die organisatie van 0110, want daarover gaat het, heb ik toen van zeer nabij gevolgd. Ik keek op naar de moed van een aantal muzikale helden die durfden opstaan en een tegengeluid te vormen. Ik keek op van de narigheid die je toen al online over je heen kon krijgen. Ik was er halverwege februari van overtuigd dat iets zoals 0110 vandaag nooit meer georganiseerd zou raken. Dat de organisatoren van toen er in het huidige klimaat nooit meer aan zouden beginnen. Dat het publiek zo’n initiatief veeleer op hoongelach zou onthalen dan omarmen.

505, boodschap in een fles

Had ik het even mis. Want plots was daar 505 – concerten voor menselijkheid. De naam verwijst niet alleen naar de datum (5 mei) en de internationale noodkreet (SOS), maar is daarnaast een moddervette knipoog naar die voorganger (0110). In recordtijd werd een hele organisatie uitgewerkt waar opnieuw heel wat artiesten uit allerlei disciplines en hoeken van het culturele spectrum geprogrammeerd werden.

Is het niet straf dat we het zo ver hebben laten komen?

Er is dus nog hoop. Er zijn nog mensen die durven opstaan en een tegengeluid de wereld insturen. Er is nog een maatschappelijke context waarin zo’n initiatief kan groeien. Al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de samenleving minder zit te wachten op vredelievende signalen en oproepen tot meer menselijkheid.

Mensenrechten als verkiezingsthema

Want dat was het kernbegrip van deze 505-concerten: menselijkheid. Daar waar in 2006 nog nét iets scherper voluit voor verdraagzaamheid en tegen zinloos geweld werd opgeroepen, nopen de jaren ’20 tot het voorzichtig-vage ‘menselijkheid’. Is het niet straf dat we het zo ver hebben laten komen? Zo ver dat het al tricky is geworden om te pleiten voor menselijkheid?

En het gaat nog verder. Diep verscholen onder de berg verkiezingsthema’s als migratie, economie, defensie, etc. ligt het topic ‘mensenrechten’ verborgen. Een principe dat tot voor kort even vanzelfsprekend was als menselijkheid een eigenschap van – jawel – de mens. Maar dat is het al een hele tijd niet meer. Onze overheden zijn niet te beroerd om veroordelingen tegen de mensenrechten te verzamelen. Politici dehumaniseren ‘de andere’, anderen willen dan weer morrelen aan bestaande internationale principes.

Het is bijna choquerend geworden om een standpunt in te nemen die de mensenrechten verdedigt.

Nooit gedacht dat dit ooit een verkiezingsthema ging worden.

Al is het erge: het is er niet eens een.

Al die menselijke mensen
Met hun arme fantasie
Willen allemaal hetzelfde
Maar je hebt er twee? Ik heb er drie
Geloof niet langer in de liefde
Vertrouw alleen het zoetste fruit
En als het einde bijna nadert
Zonder af en rust maar uit
(Roosbeef – Menselijke mensen)