Onder het devies ‘Wij fietsers moeten de hand ook in eigen boezem steken,’ liet Jan Vermeulen de fietser even in de spiegel kijken. Alleen houdt hij ons een vervormde spiegel voor of, zo je wil, laat hij de verkeerde actor in de spiegel kijken.
Vermeulen is voorzitter van Fietsberaad en bestuurder bij Europese Fietsfederatie ook burgemeester van Deinze. Laat me beginnen om te zeggen dat ik ’s mans inzet voor de tweewieler bewonder. Hij trekt resoluut de kaart van de fiets en laat geen kans onbenut om als ambassadeur op de barricaden te staan. Het is des te opvallender dat hij dit doet in de ruime omgeving van het Meetjesland, waar koning auto en keizer tractor de plak zwaaien. Dat als politicus van CD&V-signatuur: hoedje af. Dat meen ik.
Chasse patate
Maar met zijn opinie van afgelopen vrijdag, slaat hij de bal mis. Op zich kan je er helemaal niks tegen hebben om af en toe de hand in eigen boezem te steken maar de argumenten die Vermeulen aanhaalt, doen de wenkbrauwen stevig fronsen. Zowel als politicus, als bestuurder in verschillende fietsverenigingen en – last but not least – als fietser geeft hij vijf vaderlijke tips om je van groter onheil te behoeden.
Want de ‘oorzaken van de vele fietsgevallen aanpakken, vergt nu eenmaal (te veel) tijd,’ en dus moet de fietser vooral zelf maar zorgen dat die niet platgereden wordt. Hoe dan? Welaan, door veilige routes te kiezen. Je leest het goed: vind je het ergens niet veilig fietsen, mijd dan die weg en kies zelf voor een veiliger – en wellicht ook langer – alternatief. Dit is het equivalent van vrouwen het advies geven om bepaalde buurten te vermijden of er op z’n minst geen te korte rokjes te dragen. Dit soort victim blaming is een ware chasse patate.
De twee volgende tips zijn dan weer even creatief als de tip om Wout van Aert en Mathieu Van der Poel toch maar in de gaten te houden voor de Ronde van Vlaanderen. ‘Rij defensief’ … als fietser kan je niet anders. Welke fietser heeft de vingers niet aan de handrem om te anticiperen op een openzwaaiend portier. Of voor een naar rechts afslaande auto die je de pas kan afsnijden? De andere tips? ‘Respecteer de regels’ (duh), ‘mijd voetgangersgebied’ (duh), ‘gebruik je smartphone niet’ (duh). Allen zaken die wettelijk geregeld zijn en gehandhaafd kunnen worden, maar dat terzijde.
Fiets aan de wilgen
Of deze vijf ’tips’ effectief gaan helpen om het aantal fietsdoden te doen dalen, of zelfs minder te doen stijgen de komende jaren? Sta me toe dat in twijfel te trekken. De meeste fietsers volgen deze vijf aanbevelingen overigens al, zelfs al worden die veilige routes voor hen afgeblokt. Ondanks de – herhaalde – politieke beloftes die teruggaan tot 2017 (!), is het gros van de Vlaamse jaagpaden nog steeds verboden terrein voor speedpedelecs.
Veel van die jaagpaden zijn bovendien fietssnelwegen, maar je moet al naar een website gaan om te ontdekken dat het zo’n snelweg is. Het wegdek is niet noodzakelijk in goede staat, de ruimte is vaak beperkt en er is al helemaal geen voorrang bij kruisingen met straten. Beeld je de E40 waar je aan bij elke oprit moet stoppen om voorrang te geven … Of de E17 waar je met een voertuig dat sneller kan dan 120 km per uur niet toegelaten wordt?
De overheid slaagt er in 6 jaar tijd niet in om – grote – stappen te zetten in het openstellen van jaagpaden, maar tegelijk slaagt diezelfde overheid er wel in om op sommige jaagpaden ‘ribbelstroken’ in te zetten tegen ‘wielerterroristen’. Neen, het is duidelijk dat we op die overheid niet al te veel moeten rekenen. Wat kunnen we dan wel? Het eerste advies van Vermeulen doordenken en voor de allerveiligste route te kiezen. Dat is die van de fiets aan de wilgen te hangen.
Een tandje bijschakelen
Niet wij, de fietsers, moeten eens diep in de spiegel kijken: onze beleidsverantwoordelijken doen dit best even. En niet de achteruitkijkspiegel van de wagen, waar sommigen de brandende toortsen en rieken van hun inwoners zien. Vermeulen vreest zelfs dat het vooruitzicht van verkiezingen broodnodige ingrepen voor de fietsveiligheid terug de koelkast in doen belanden. Dat is buitengewoon bedroevend. Voor politici die toch nog een tandje willen bijschakelen, geef ik op mijn beurt vijf aanbevelingen voor een veiliger fietsomgeving.
- Een betere fietsinfrastructuur.
De voorbeelden zijn legio. Vlaanderen ligt nog steeds vol met fietspaden van amper enkele decimeters breed, schots en scheve betonplaten en plots eindigende fietsstroken. Dat kan pakken beter. - Laat speed pedelecs toe op jaagpaden.
Doe wat al ruim zes jaar en herhaaldelijk beloofd werd en stel jaagpaden open voor speed pedelecgebruikers. De snelle fietsen worden met pek en veren overgoten als het nieuwe kwaad, zo mogelijk nog erger dan die vermaledijde ‘fietsterroristen’. Nochtans kunnen die snelle fietsen voor veel mensen effectief een volwaardig alternatief voor de auto vormen. Met een bereik van zo’n 40 km kan je met zo’n fiets vanuit elke uithoek van de provincie naar de provinciehoofdstad raken. Jaagpaden kunnen hierin als snelwegen fungeren maar blijven vooralsnog verboden terrein. - Vergeet de fietspaden niet.
Je herkent het vast: er zijn wegenwerken gepland, de rijbaan wordt voorzien van een vers laagje asfalt maar … dat stopt waar het fietspad begint. Als je verhaal haalt, krijg je als antwoord dat de oude betonplaten nog ‘goed genoeg’ zijn als fietspad. Vergeet de fietspaden niet. - Volg je eigen opgestelde regels en richtlijnen.
Werk een duidelijk kader uit voor fietssnelwegen en zorg dat ze meer zijn dan een letter en een cijfer op een digitale kaart. Pas je eigen fietsvademecum toe. Ook lokale politici rollen maar al te vaak grote mobiliteitsplannen met grote principes (STOP) uit, maar staan zo veel uitzonderingen toe dat die principes lekker zijn dan een zeef. - Handhaaf eindelijk eens op fietspadparkeren.
Doe de test en spring eens een halfuurtje op de fiets. Kijk dan hoe lang het duurt vooraleer je botst op een auto of vrachtwagen op het fietspad. Doe dan de volgende test en vraag eens cijfers op over het aantal vastgestelde overtredingen. Als je al een antwoord krijgt, zal dat aantal behoorlijk dicht bij 0 liggen. Het is nochtans niet moeilijk om vast te stellen.
Durf demarreren
Akkoord: eens af en toe in de spiegel kijken en je eigen gedrag in vraag stellen, valt enkel aan te bevelen. Maar ik weiger me neer te leggen bij schijnbaar onveranderlijke feiten als ‘die weg is gevaarlijk, dus je zoekt best een veiliger alternatief’. Of dat het beleid ‘nu eenmaal traag werkt en veranderingen niet voor morgen zijn’. En al zeker niet met de verkiezingen in het vooruitzicht, waarbij lokale politici hun speed pedelec ritueel verbranden bij de aanblik van de boze kiezer in een SUV. Heb lef, durf springen. Durf demarreren. Want een 6 uur durende koers die eindigt op een massasprint, laat toch een beetje het gevoel achter van een verloren namiddag.
Intussen wacht ik nog steeds op de eerste nationale we-handhaven-op-parkeren-op-een-fietspaddag naar analogie met de periodieke fietslichtcontroles.