ZONDAGGLOREN

ZONDAGGLOREN

Een wekker die dienst heeft geweigerd. Vermeend geklop op de deur. Of op de ruit; met je slaaporen slaag je er niet in een onderscheid te maken. De belofte vroeg op te staan, heb je in Dromenland gelaten. Nog eens omdraaien of toch maar deze positie aanhouden. De finale wekker des mens, blijft de honger. Eens uit bed gestrompeld, raap je de eerste kleren op die je pad kruisen. Bij voorkeur averechts. Je doet je jas aan, checkt of je portefeuille, gsm en sleutels zaterdagavond overleefd hebben en stapt de straat op. Ongewassen, ongeschoren, onzondags.

Onder het klokkengeweld slof je richting bakker om je portie boterkoeken, waarbij je keuze helaas beperkt is door het grote aantal vroege vogels wiens wekker wél werkt. Je zet je dag nuttig in door in de bank de rekeningen van gisteren te betalen. Het is de wind die je herinnert aan de herfst, niet het zomerzonnetje en het volk op straat. Je beslist dan toch maar even over de rommelmarkt te lopen, je bent nu toch al buiten.

Nadat je de ultieme plaat voor in je collectie niet hebt gevonden, wandel je terug richting stulp. De rest van de dag zal je af en toe denken aan wat je nog te doen staat, het veldrijden opzetten en maar wat aanmodderen. Je zal ook af en toe denken aan de gemiste rockcarrière, dat boek dat nog geschreven moet worden en die zaak die moet opgestart worden. Misschien vind je nog even de tijd te denken aan een verloren liefde. Je zal proberen al die dingen nieuw leven in te blazen. Alle pogingen houden na vijf minuten op. Ofschoon zondagen een reality-check zijn.

Op de achtergrond strijden Albert en Nys voor een podiumplaats. De avond valt alweer en je bedenkt maar eens frietjes te halen.