Naar La Roche-en-Ardenne
Ik neem meteen iets terug van gisteren: fleece, je kwam van pas! Dat surrogaat hoofdkusen daarentegen … Voor de rest verliep de nacht zoals je dat gewoon bent in een tent. De wekker om 6 uur piekte. Havermout en koffie maken en ondertussen de fiets weer packen. Ik wou wat reorganisaties doen (onder meer de tiip die ik op Youtube zag om je matje in je tent te laten zitten) maar het resultaat was hetzelfde; eigenlijk zelfs slechter.
La Roche is een plek die ik vrij goed ken: zowel als kind als de afgelopen jaren ging ik in de buurt op vakantie. De wegen en de kwalijke staat ervan waren tot voor deze bikepacktocht mijn voornaamste kennismaking met ‘klimmen’.
Na zo’n 20 km zou ik in de stad aankomen voor een tweede ontbijt, maar de lange stevige hellingen laten me er langer over doen dan verwacht. Maar fierheid: de voeten bleven op de pedalen! Gaandeweg vind ik m’n eigen klimritme en laat ik me niet meer afjagen door een nieuwe klim na de bocht of een extra steil stuk. La Roche dan. Geen rijsttaartjes! Wel vreemdsoortige frangipanes (lekker!) met appel, pudding en rozijnen. Opeten en weg ermee. De stad ligt in een dal, dus er ligt best wat klimwerk op de plank.
Naar Comblain-au-pont
Conny, vannacht van Komoot bekomen dat ik ze conny mag noemen, heet vandaag de omgekeerde kuren. Waar ze kan -, kiest ze vor offroad. Een grindpad recht naar beneden: geen probleem. Dat veel van deze paden als ‘straten’ aangeduid worden, helpt niet. Ik besluit om ze links dan wel rechts te laten liggen wat erg veel omwegen, opzoekingen en gevloek vraagt.
In Beffe ligt er een serieuze klim, weet ik, maar zelfs die rijd ik op. Niet moeiteloos. Onderweg word ik aangemoedigd door de jongeren van een wielerploeg. Later kom ik verschillende volgwagens tegen en zie ik toerbussen aan een hotel staan. Dan zie ik de kilometerbordjes 5/4/3/2. Later vandaag zullen de profs hier de laatste rit van de Tour de Wallonie rijden!
Door het vele klimwerk heb ik de indruk maar traag te ‘affeceren’. Ik besluit mijn geplande lange pauze te ruilen voor meer en kortere pauzes. Dat breekt me zuur op want wanneer ik eten wil zoeken, vraagt het drie dorpen vooraleer ik een winkel vind. Baguetje, pain d’ardenne, banaan, appel, cola en water. Een plekje langs de Ourthe vinden en bijtanken!
Naar Liège
Conny heeft me nog verscheidene keren op MTB-vakantie willen sturen, maar sinds Hamoir heb ik een betere optie gevonden: het raveltraject! Dat is een beetje een mix van fietsknooppunten en een lange afstandsfietspad. Dit traject loopt helemaal langs de Ourthe op een breed fietspad in het groen. Daar kunnen ze in Vlaanderen met hun fietssnelwegen (toch zoals ik ze in Oost- en West-Vlaanderen ken) een puntje aan zuigen. Onze Franstalige landgenoten hebben niet de arrogantie om de term ‘snelweg’ te gebruiken, maar dit komt beter in de buurt dan wat e er in Vlaanderen van bakken.
Ik rij ineens door tot Liège: door het traject langs de Ourthe te volgen is dit globaal in dalende lijn en vermijd ik pijnlijke beklimmingen. Met 1000 van de in totaal 1200 hoogtemeters halfweg heb ik mijn deel al gehad. Conny probeert me nog een aantal keer op andere gedachten te brengen, maar ik peddel rustig naast de rivier die ik altijd toch vrij goed ken.
Dan kom je in Liège binnen gereden: wat een prachtige stad! En er is hier overal plaats voor de fiets. Voor het eerst moet ik niet op mijn hoede zijn als tweewieler. Ik rij het centrum door en plots wil Conny mij een straat insturen waar ook het bordje ‘citadel’ naar ijst. Dat belooft niet veel goeds, die staan namelijk niet in de kelder. Wat. Een. Rotklim. En lang. En steil. Ik hou vol tot halfweg maar zet dan voet aan de grond. Daar gaat mijn eigen gemaakte belofte: als ik alle beklimmingen feilloos oprij, eet ik vanavond steak-friet. Niet dus.
Naar Tongeren
De weg naar Tongeren is het verhaal van de steenweg. Slecht fietspad, weinig plaats en her en der glas. En putdeksel: waarom liggen die in godsnaam telkens in het fietspad? Zouden de talrijke SUV’s het niet overleven over zo een deksel te rijden? Voor een fietser is dit keer op keer ontwijken of hopen dat geen tubes kapot kletst.
Ik word in het Vlaams Gewest verwelkomd door een huis met drie vlaggenstokken. Eentje voor de Vlaamse strijdvlag, eentje voor de nationale driekleur en de derde is wegens teleurstelling in Europa werkloos. Vlamingen: ik begrijp er werkelijk geen snars van. In Tongeren: aankopen doen voor de avond en meteen weg. Weetje: door mijn fietstocht vorige week naar Tournai en mijn start gisteren in Arlon heb ik de drie oudste steden van het land aangedaan: hoera!
Maar die hoera duurt niet lang want waar moet ik hier in godsnaam rijden? Geen fietspad, geen fietssuggestie. Soms moet je het voetpad op voor een paar meter, dan weer de bushalte en dan weer wildeweg op de baan. Kierewiet word ik ervan. Om de steenweg richting Hoeselt te nemen, worden fietsers verwelkomd door een ‘LET OP, GEVAARLIJKE SITUATIE!’ Om de hoek wordt duidelijk water aan de hand is: een moordstrook van amper 50 cm breed. Ik weet dat beleidsmakers gruwen van deze term, maar doe er dan iets aan. Limburg: fietsparadijs, maar alvast niet op deze plaats.
Naar Hoeselt
Die steenweg dendert verder tot Hoeselt met glas en grind in de aanbieding. een lolletje aan 45 per uur. Ik nader de bivak en slaak een diepe inwendige ‘o neen’. Ondanks mijn vroeg aankomstuur (anderhalf uur voor op schema!) staan hier al vijf tenten. Ik trek er me niks van aan en installeer me. Een dame vraagt me naar mijn trip en vertelt dat ze vaak zowel met de fiets als te voet trektochten maakt. Nu is ze op tweedaagse met de kleinkinderen om de microbe door te geven.
Op deze bivak is ook een pomp voorzien, maar die ‘werkt niet’. Wellicht moet ze gewoon opgegoten worden, maar er is geen water voorzien. Misschien een idee om een gieter te laten staan die telkens vol blijft staan om de pomp op te gieten?
Als ik naar de twee meisjes kijk met hun curverbak voor de tent, hun driegangenmenu en hun kaarsjes uit den Action, kan ik maar moeilijk geloven dat zij te voet/per fiets/per paard zijn gekomen. Bivak is geen camping en al zeker geen glamping.