Naar Hasselt
Beter geslapen. Het heet vroeg in de avond even geregend, maar de tent is alweer droog. Het is warm: ik had deze nacht die fleece beter niet aangedaan. Ik ben drijfnat van het zweet en stink wellicht uren in de wind. Het opkramen gaat vandaag vlotter, maar ik blijf het een kloteklus vinden.
Voor af hadden ze me gewaarschuwd dat de tweede dag de moeilijkst ging zijn en gezien mijn eerste deel van 60 km niet als een volle dag aanzien wordt, is dit mijn twede dag. Ik denk dat ik weet wat ze bedoelen. Ik ben uitgerust, maar mijn hele lijf voelt stram: alsof iknet 120 km in de benen heb. Mijn benen voelen meer verzuurd dan gisteren na mijn trip: wellicht veel te weinig gedronken.
Bon, eens op weg voel ik dat het kilometers malen zeker zal lukken, maar zo wat bulten opkruipen … Ik heb er echt schrik voor. Zelfs na de hoerastemming van gisteren. En vandaag staan er toch ook weer meer dan 800 hoogtemeters op het programma. Bovendien is de vrees er dat die vooral dicht bij de aankomst in Namur zullen liggen. Ik heb er geen zin in. Via wat golvende baantjes berik ik Hasselt snel. Geen bakker, veel winkels.
Naar Leuven
De weg naar Leuven loopt grotendeels langs een steenweg (jeuj!): misschien tcoh maar eens de fietssnelwegen opzoeken want die moeten hier toch ergens liggen? Het gaat wat op en neer, maar te weinig om me gerust te stellen.
Leuven binnenbollen. Buiten een stop aan het station om naar Rock Werchter te gaan, ben ik hier nog niet geweest. En het verast me: groter en veelzijdeiger dan de sterotype studentenstad die ik had verwacht. Voor het verlaten, stuurt Conny me nog langs het begijnhof. Leuk, maar de scheefgeslagen kasseiene doen me zweten.
Ik zie een Burger King en het is halftwaalf: zou ik? De goesting is er. Door de dag eet ik vooral mueslirepen, fruit en een stobrod. En sportdrank, hij komt me de eoren uit! Alles plakt: mijn stuur, mijn bidons, … het verwondert me dat ik geen rijdende wespenval ben. Na de teleurstelling dat Decathlon tegenwordig kas in hun gevriesdroogde maaltijden smijt, ben ik toegewezen op de minder voedzame instant supermakrtalternatieven. dinsdag was het pasta, woensdag Aïki Noedels. Nu … veel honger heb ik meestal niet. Het is vooral zaak wat zouten naar binnen te werken. ah en ’s morgens laat ik een potje havermout sudderen terwijl ik opkraam.N ongeveer twintig kilometer stop ik vor taartjes. Dus die Whopper is aanlokkelijk en aanwezig. Maar ik heb me nog maar eens vlgepropt met een mueslireep en een banaan en heb eigenlijk totaal geen honger.
Naar Wavre
Voor de provincie Waals-Brabant heb ik wat schrik. Ik ben ooit eens in en rond Waterloo gaan rijden … wat was me dat. Geen wonder dat alleman daar met een 4×4 rijdt, het is er van doen. Ik liep daar op amper 60 km drie lekke banden op, waarvan één in een afdaling aan meer dan 50 per uur.
Maar eigenlijk begint de slechte staat/afwezigheid/beperktheid van fietspaden al in Vlaanderen. Meer zelfs: het is absoluut een factor die we delen. ik heb geen zin in lekke banden en kies soms resoluut voor d weg als het te erg wordt. Sorry toeterende auto’s! Absoluut geen sorry aan de man wiens openzwaaiend portier ik ternauwernood kan ontwijken en de dan nog eens van izjn oren maakt da tik te snel rij op het fietspad. Jeuk en te korte armpjes zijn jouw deel, minstens tot zondag.
Het valt me op dat het echt niet altijd evident is in de dorpjes een winkel te vinden. Behalve … een Spar! In de dorpen die de Delhaizes en Carrefours van deze wereld links laten liggen, verrijst een Spar. Ik koop mijn eten in Ottenburg en hoor al veel Frans: het kan niet ver meer zijn! Ik rij wat verder en gooi me in een veld neer. Rechtegenover me de gigantische site van gsk; ligt die niet in Wavre?
Wanneer ik vertrek, is het duidelijk dat het echt vlakbij is. Nog steed samper hoogtemeters en dat verontrust me want het is amper nog 40 km. Over Wavre kan ik met de beste wil van de wereld niet veel zeggen. Vrij klein en ik herken niet meteen een centrum Alsof een uit de kluiten gewassen dorp en stoemelings een hoofdplaats geworden is.
Naar Namur
Conny stuurt em naar een oude bekende: de N4! Hier wel geen autostradetoestanden en er is zelfs een fietspad voorzien. Meestal erbarmelijk, smal, hobbelig, plots afwezig … maar het is er wel. Ik merk dat ik met mijn linkerschoen niet meer in de pedalen klik. Eigen schuld. Ze zijn zaar fgesleten en ik twijfelde bij vertrek nog ze te vervangen, maar ben het eigenlijk gewoon vergeten. Decathlon to the rescue! En waar ligt de vestiging in Wavre? Op de chussée de Namur! Eens buiten begint het opnieuw te druppelen en ik tiwjfel om ze meteen te vervangen maar voor ik goed en wel wil beginnen, is het weer over. Ik ga verder: klusje voor vanavond!
Terug naar de N4, die met langzame hellingen en afdalingen mijn hoogtemeters wat doen toenemen, maar verre van geruststellend. Nog eens over die fietspaden. Iemand moet in Franstalig België een memo uitgestuurd hebben dat die malle manke stroken aan de zijkant van de weg parkeerstroken zijn. Of het nu in een beklimmingis of in een afdaling: plezant is het nooit. Bij de vierde camionette op amper 300 meter begin ik mijn geduld te verliezen. Ik roep naar de man in de witte bestelweg maar hij hoorte me niet. Te druk bezig op izjn mobilofoon. Misschien is hij zijn saldo aan het nakijken voor de met neon omzoomde vleeswaren aan de overzijde Sommigen van hen lijken oprecht verbaast een fiets op hetifetspd tegen te komen.
Namur in zicht! Maar ik buitg af om naar de cmping te gaan. Ik passeer een winkel en wil stoppen. Kak. Waar is mijn slot?! Wellicht nog aan het fietsenrek van de Decathlon. Twijfelen, nergens goed voor. Ik zie ook dat er een rekker van mijn cadansmeter ontbreekt. Nog geen lekke banden, maar er beginnen haperingen te komen in het verhaal.
Naar de camping wacht me waar ik sinds vanochtend vor vreesde: een gigaklim. Steil en lang. Helaas voetjes op de grond. Heen steak-friet vanavond dus. Zelfs niks vanavond, want zonder slot betrouw ik enkel stops in tankstations waar ik mijn fiets in het oog kan houden. Er is er eentje beneden de helling, maar ik ga echt jiet op en af gaan. Havermout voor vanavavond. En ik heb nog een rest stokbrood! Morgen stop in een tankstation, Namur en eventueel Decathlon vor alsnog een slot.
Camping is ok (geen bivakpunt in de buurt hier): eindelijk kunnen douchen. Eindelijk kunnen kakken.
Ik bedenk me dat ik met mijn vijfde hoofdplaats halverwege zit. Had ik Brussel ook niet moeten aandoen en deze hele onderneming een elfstedentocht noemen?
Op de website ‘Het regent bijna nooit’ wordt het antal regendagen in Nederland bijgehouden, dit om het vaakst gehoode argument cotnra pendenen met de fiets te ontkrachten. Hetzelfde gaat vorlopig op voor mijn trip. Af en toe word ik zachtjes gestreeld door het laatste van een buiensluier maar steeds te weinig om me af te koelen. Ik heb nochtans zin om eens een halfuur door de drash te rijden. Vooraleer u de hemelsluizen opendraait: een halfuur volstaat!
Op de camping zit een mec die ik honderd-en-een raadgevingen over het aansteken van een barbecue hoor maken. Twee uur later: geen vuur en wordt de fles alcoholvloeistof boven gehaald. Nooit predicties maken over het aansteken van vuur. Wanneer je wil dat het op een kwartier gefikst is, duurt ht twee uur. Wanneer je rustig de tijd wil nemen, slaat de boel stante pede in brand. Tip: berkenschors en veel wapperen!