Wat kiest ge?

We waren net grenspaal 340 gepasseerd. De januariwind liet zich voelen over de vlakte, maar gelukkig viel de temperatuur wat mee. Iets verder was een oudere man bezig knotwilgen te inspecteren. We slaan linksaf de Nederlandse velden in.

Iemand waarschuwt voor een naderende auto. Het is een terreinwagenmodel met de knotwilgenman achter het stuur. Stapvoets rollen de wielen dichterbij. Een ruitje gaat open.

° Mag ik eens wat vragen? Jullie komen hier wandelen … waarom?
– Omdat we het hier mooi vinden.
° Ah, voilà! Wist je dat ze hier een natuurgebied willen maken?
– Neen, nog niks van gehoord.
° Ze willen hier een soort Zwin maken.
– Hoe gaan ze dat doen … dit ligt toch veel te ver landinwaarts?
° Ze willen alle landbouw hier weg! Van waar ben je?
– De rand van het Drongengoed.
° Aha! Nog zo’n natuurgebied, maar daar is dat normaal: dat is altijd bos geweest!
– Euhm … niet bepaald.
° Terwijl hier … dat is hier altijd landbouw geweest!
– Euhm … dat klopt toch niet echt. Een paar eeuwen geleden liepen we nu op de bodem van de Noordzee.
° Al ge zout mogen kiezen tussen landbouw of natuur, wat kiest ge?
– Euhm, geen van de twee. Het één sluit het ander niet uit.
° Ja, mij interesseert het niet: ik ben bijna 80. Gij gaat het ermee moeten doen hé!
– Ok dan.

Het ruitje gaat dicht. De 4×4 gromt ervandoor.

Flabbergasted slof ik verder en brom dat er ‘voor sommigen nog niet genoeg polarisatie is’.

Uiteraard heb ik thuis opgezocht of er plannen zijn om een tweede Zwin, of een ander natuurproject, te installeren in de streek. Drie keer raden: niks gevonden. Vraag is nu: heeft de man zelf iets verzonnen of heeft hij zich een angstinboezemend verhaal laten aanpranten?

We zijn nog niet aan de nieuw’ polderpatatjes, zeg ik u.