Zwaar weer

Wildvreemden waarmee je aan de praat raakt in een gemoedelijke vrijetijdscontext en binnen de drie eerste volzinnen de goorste racistische bagger spuien. Het stemt me even somber als het grijze weer buiten. We zitten écht in zwaar weer en dat stemt me ergens tussen somber en gelaten. Bovendien staat dat discours bol van de tegenstrijdigheden.

In tegenstelling tot die xenofobe kennismakingen, kan ik dat grijze weer buiten wél plaatsen. De malse regen is een welgekomen verfrissing voor de verstuivende zandbodems en warmtes in de huizen. De xenofobe momenten zijn niet welgekomen noch verfrissend. Ze verstoren momenten die plezant hoorden te zijn en zijn maar zelden gespekt van nieuwe inzichten.

De xenofobe momenten zijn niet welgekomen noch verfrissend.

De enige vorm van creativiteit beperkt zich tot het overdrijven van cijfers of het ronduit verzinnen van gebeurtenissen. Neen, het klopt niet dat ondernemers met een kleur geen belastingen moeten betalen. Neen, ik geloof niks van je ‘feiten’ dat je als verpleger +3.000 euro zou verdienen en maar 250 euro aan ziekte-uitkering zou ontvangen. Dat vluchtelingen een gratis huis krijgen en een hoger inkomen dan jij, is een klassieker die er gauw tussen gegooid wordt.

Alternatief voor small talk over het weer

Hoe ga je hier mee om? Met die vraag worstel ik. Ik incasseer bij de eerste wave en neem me voor bij de tweede te reageren. Al te vaak heb ik daar geen zin meer in. Ik muis ervan tussenuit. Wat is de juiste reactie? Ik weet het niet. De kans dat je de persoon kan overtuigen, is bijzonder klein. Zelfs de kans dat de persoon een discussie wil uitlokken, lijkt me erg klein. Zo achteloos gaan mensen met zo’n uitspraken om: ze beseffen amper welke bagger ze aan het uitspuien zijn. Sommigen verdenk ik er zelfs van dat ze er die elementen tussen gooien om zich interessant voor te doen. Kankeren op mensen met een kleur als een soort alternatief op de small talk over het weer.

We mogen niks meer zeggen

De laatste jaren is het mantra ‘we mogen niks meer zeggen’ in opgang, terwijl een aantal decennia geleden deze gore bagger niet (zo veelvuldig) in het openbaar aanwezig was. Doorgaans antwoord ik op die censuurdooddoener dat je meer mag zeggen dan ooit, maar dat je ook meer weerwoord zal krijgen dan ooit. Bij dit soort small talkgesprekken, laat ik dat laatste zelfs achterwege. Jij mag naar hartelust een beerkar racisme laten leeglopen op een receptie én daarbij verklaren dat je ‘niets meer mag zeggen’, zonder dat iemand je erop zal aanspreken.

Jij mag naar hartelust een beerkar racisme laten leeglopen op een receptie én daarbij verklaren dat je ‘niets meer mag zeggen’, zonder dat iemand je erop zal aanspreken.

Is het dan louter een vorm van small talk of zit er meer achter? Wellicht zal er meer achter zitten. Maar het is bijzonder moeilijk daar de vinger op te leggen. Daar zijn al artikels, opinies en boeken genoeg over geschreven. Het vertrekt wel allemaal vanuit een gevoel van onrecht of inferieure behandeling. Een professionele of medische tegenslag waarbij je je afvraagt: waarom ik? Of een botsing met rigide wetgeving bij een verzekering, overheid of justitie. Of het generieke gevoel van misbegrip door de politiek.

Iedereen middenklasse

Soms is het gevoel van onrecht eenvoudig misplaatst. De heersende grondstroom in Vlaanderen heeft een hekel aan wat ze zelf een ‘slachtoffercultuur’ noemen, maar doen er zelf volop aan mee. Niet alleen de evergreen van arme Vlamingen die door een soortement Franstalige elite beheerst zouden worden, maar ook op individueler niveau.

Deze millennial die er bijna vanuit gaan nooit een pensioen te ontvangen, voelt plaatsvervangende schaamte.

Zo voelt iedereen zich lid van de middenklasse. In werkelijkheid zitten een pak mensen die zichzelf tot die doelgroep rekent, bij de hogere inkomens. Ik zou erg graag willen begrijpen hoe de verbindingen in het hoofd van zo iemand werken. Tweeverdienersgezin met vrijstaande woning, een zwembad in de tuin, een paar vakanties op een jaar en regelmatige restaurantbezoekjes en zichzelf – al dan niet klagend – middenklasse noemend. Of teleurgestelde gepensioneerden die een ‘laag pensioentje’ hebben. Tot je hoort dat ‘laag’ gelijkstaat aan meer dan 2.500 euro. Deze millennial die er bijna vanuit gaan nooit een pensioen te ontvangen, voelt plaatsvervangende schaamte.

We zijn de politiek beu

Dat gevoel van ongenoegen bij die brede middenklasse richt zich niet enkel op de onbekende medemens van kleur, maar ook op de politiek. Daar botsen we op een derde tegenstrijdigheid in het klassiek receptiediscours. We zijn de politiek massaal beu, maar kunnen er niet over ophouden. Ik ben wel geïnteresseerd in het maatschappelijk gebeuren, al ben ik de laatste jaren helemaal afgehaakt op politiek vlak. Al begin ik nimmer over een maatschappelijk topic. Toch beland ik al te vaak in een politieke donkerbruingekleurde monoloog die zich ‘niks aantrekt van de politiek’.

Met nietszeggende Trumpiaanse oneliners als ‘De beste politiek is geen politiek’ word je zomaar burgemeester.

En de politici zelf? Die begrijpen het niet. Sommigen surfen volop mee op de golf van antipolitiek en geloven er zelf niet meer in. Met nietszeggende Trumpiaanse oneliners als ‘De beste politiek is geen politiek’ word je zomaar burgemeester. Andere politici blijven erin geloven en prediken dat we moeten ‘luisteren naar de burger’. Dat luisteren beperkt zich vervolgens tot de donkerbruine elementen, omdat die nu eenmaal eenvoudiger aan te pakken.

Daarmee versterken ze dat beeld wel. Een burgemeester uit een zelfverklaard boerengat aanhaalt dat een asielcentrum in zijn gemeente geen optie is ‘omdat er twee scholen en een rusthuis in de buurt zijn en dit een gevaar voor de veiligheid is’. Is dat een manifest gebrek aan intelligentie of het bewust opjutten van inwoners? Het mist alvast z’n effect niet: wanneer je vertelt over een zomerbar met speelbos vlak naast een asielcentrum in een ander nabijgelegen dorpje, wordt daar verontwaardigd op gereageerd.

Waar kunnen we heen bij zwaar?

Geen idee en ik ben daarin niet alleen. Dag na dag zie ik leeftijdsgenoten afhaken op alle bovenstaande elementen. Degene die de route vindt of een toestel uitvindt om het zwaar weer weg te toveren, die reserveert z’n plaatsje in de geschiedenisboeken.